“De jeugd van tegenwoordig houdt van luxe, heeft slechte manieren, veracht alle gezag en toont geen respect. De jeugd praat als ze zouden moeten werken. Jongeren spreken hun ouders voortdurend tegen, kletsen in gezelschap, schrokken hun eten naar binnen en tiranniseren hun leraren.”

“Jongeren spreken hun ouders voortdurend tegen, kletsen in gezelschap en schrokken hun eten naar binnen.”

Dit is een citaat van Socrates ((469 v.Chr. – 399 v.Chr.), zo’n slordige 2400 jaar geleden dus.

Onveranderlijk is de jeugd een bron van ergernis geweest voor de oudere garde.

Want ja… vroeger… vroeger was alles beter. Toen jij jong was, sprak je met twee woorden, had je een keurige scheiding in je haar en deed je keurig de afwas. In een onderzoekje uit 2012 vonden drie op de vier volwassen Nederlanders “de jeugd van tegenwoordig” verwend, onbeschoft en ongemanierd.

25 eeuwen spraken volwassenen ook al schande over de jeugd. De jeugd zal altijd de jeugd blijven.